2019_NL_FISCHER_EBRUIKERSHANDLEIDING_web[1]

Als u gevallen bent

Controleer dan de hele Pedelec op veranderingen. Dit kunnen stoten en scheuren in het frame en de voor- vork zijn, maar ook verbogen onderde- len. Ook wanneer onderdelen zoals

• Controleer of beide remmen volledig werken. • Ga niet rijden zonder gecontroleerd te hebben of de ketting goed op het tandwiel en rondsel ligt. Deze moet volledig over het kettingwiel lopen. Als u rijdt en de ketting valt van een tandwiel af, dan kan dit leiden tot een val of ernstig letsel. Als onderdelen van aluminium ver- vormen, kunnen ze plotseling bre- ken. Gebruik geen onderdelen die, bijvoorbeeld na een val, vervormd of verbo- gen zijn. Vervang dergelijke onderdelen altijd. Als u merkt dat er iets veranderd is aan uw Pe- delec, rijd dan NIET verder. Schroef losse onder- delen niet vast zonder ze eerst te controleren en gebruik altijd een momentsleutel. Neem contact op met onze service-hotline, beschrijf de val en laat de Pedelec controleren!

Als u niet helemaal zeker weet of de Pedelec in een goede staat is, ga er dan niet op fietsen. Neem contact op met onze service-hotline. Vooral als u de Pedelec intensief gebruikt voor sportdoel- einden of dagelijks gebruik, moet u alle be- langrijke onderdelen regelmatig door een deskundige/Fischer servicemonteur laten controleren. Frame en voorvork, onderdelen van de fietsophanging en andere veilig- heidsrelevante componenten zoals remmen en wielen zijn onderhevig aan sterke slijtage die de veiligheid van de onderdelen kan be- ïnvloeden. Als u de voorgeschreven ge- bruiks- en levensduur van componenten overschrijdt, kunnen deze plotseling in ge- breke blijven. Dan kunt u vallen of ernstig letsel oplopen. Ook na een val of als uw Pedelec is omgevallen, moet u deze testen uit- voeren voordat u verder rijdt! Alumi- nium onderdelen kunnen niet veilig terug worden gebogen. Neem contact op met onze service-hotline.

het stuur of het zadel verschoven of gedraaid zijn, moet u deze onderdelen goed controleren op werking en positie. • Bekijk het frame en de voorvork zorgvuldig. Als u vanuit verschillende hoeken naar het opper- vlak kijkt, zijn vervormingen meestal duidelijk zichtbaar. • Bekijk of het zadel, de zadelpen, stuurvork of het stuur zich nog in de juiste positie bevinden. Als dit niet het geval is, draai of buig het on- derdeel dan NIET terug vanuit de gewijzigde positie, zonder de bijbehorende schroefverbin- dingen te openen. Houd bij het vastzetten van de onderdelen altijd het voorgeschreven aan- haalmoment aan. Meer hierover vindt u op pa- gina 39 en in het hoofdstuk “Snelspanners” op pagina 15. • Test of beide wielen goed en vast in het frame en de voorvork zitten. • Beweeg het wiel naar voren en achteren en draai het voor- en achterwiel rond. De velg moet recht en zonder slag door de remmen lopen. De banden mogen de remmen niet ra- ken. Bij wielen met schijfremmen ziet u aan de afstand tussen het frame of de voorvork en de banden of het wiel rond loopt.

11

Made with FlippingBook - Online Brochure Maker